• Nederlands
    Engels
  • echter, maar, niettemin, toch {vw.}but 
    however
    nevertheless
    yet 
    still 
  • maar [o] (het ~), bedenking [v] (de ~), bezwaar [o] (het ~) {zn.}objection
    Ik heb geen bezwaar op je mening. I have no objection to your opinion.
    Indien nodig heb ik geen bezwaar tegen het betalen van een bepaald bedrag. If necessary, I have no objection to paying a special fee.
  • alleen, enkel, maar, pas, slechts, uitsluitend {bw.}exclusively
    just 
    only 
    merely 
    simply 
    solely 
    but 
  • doch, maar, echter {vw.}but