• Nederlands
    Frans
  • delen {ww.}diviser 
    wij delen
    jullie delen
    zij delen
    nous divisons
    vous divisez
    ils/elles divisent
    » meer vervoegingen van diviser
  • afbreken, delen, splitsen, opsplitsen, verdelen {ww.}partager 
    débiter 
    diviser 
    wij delen
    jullie delen
    zij delen
    nous partageons
    vous partagez
    ils/elles partagent
    » meer vervoegingen van partager