gemakkelijk, moeiteloos, vlot {bn.} | effortless |
gemakkelijk, moeiteloos {bw.} | easily effortlessly |
allicht, gemakkelijk, met gemak {bw.} | easily readily |
doelmatig, gemakkelijk, geschikt, gepast, passend {bn.} | convenient handy opportune advantageous comfortable useful |
comfortabel, gemakkelijk, geriefelijk, gerieflijk, welbehaaglijk {bn.} | comfortable |
licht, makkelijk, gemakkelijk, vlot {bn.} | easy facile light |